Barhabise vanochtend vaarwel gezegd en zoals dat meestal gaat bij een afscheid deed iedereen zijn best. Zelfs Bhimsen was vriendelijk, wellicht blij dat we eindelijk opkrasten. We aten nog een laatste keer daal baath met de kinderen. Ze waren een beetje stilletjes, misschien vanwege ons naderende afscheid, misschien ook wel door zenuwen om hun examens, die vandaag beginnen. Na het ontbijt kregen we van de beide aunties een enorme tika (rode rijststip) op ons voorhoofd en werden ons mala's (bloemenkransen) en kata's (ceremoniële sjaaltjes) omgehangen. De kinderen moesten zich daarna gaan klaarmaken voor school, dus hebben Inge en ik ze maar vast gedag gezegd.
Het was een wat onhandige bedoening, zonder scenario, maar eigenlijk hadden we gisteren ook al een beetje afscheid genomen. Eerst 's middags de spullen uitgedeeld die we niet mee naar huis wilden nemen, een pot stiften, stickers, tekenpapier, wat kleren. Alles was meteen gretig in gebruik genomen. En 's avonds na het eten hadden we de kinderen op mini-KitKats getrakteerd, die met oorverdovend gejuich werden ontvangen alsof het vijftien slagroomtaarten waren. Ook de foto's die ieder kind kreeg als afscheidcadeautje waren een schot in de roos. Sommigen hebben een paar verkreukelde fotootjes van zichzelf of van familieleden in hun dagboekje, maar veel stelt het niet voor. Het was prachtig om te zien hoe ze nog een hele tijd met een grote glimlach naar hun eigen en elkaars foto's zaten te kijken.
Toen we door de kinderen waren uitgezwaaid en met onze bagage het pad afliepen naar de brug in het dorp, waar de taxi zou komen, stond een hele rits buren op het dak bye bye te roepen. Ook bij de vrouwen verderop, die ons tot nu toe alleen maar aanstaarden als we langskwamen, kon er opeens een lachje af. Het voelde een beetje als mosterd na de maaltijd. Ik zal de kinderen missen maar niet dit dorp; het gevoel dat het zo wel mooi geweest is overheerst.
Toch hebben we de laatste dagen hier nog een paar bijzondere momenten meegemaakt die ik niet had willen missen. Zo ontvingen we een uitnodiging van de principal om dinsdagavond bij de school de komen eten. Ketu is een boarding school, er wonen zo'n vijftig leerlingen in de hostel in het hoofdgebouw. De redenen waarom ze niet thuis wonen zijn divers. We dachten misschien bij die kinderen te zullen aanschuiven maar eigenlijk hadden we geen idee wat we konden verwachten. Toen we op de afgesproken tijd arriveerden werden we eerst in het kantoortje van de principal geplant. Of we daar maar wilden wachten: het riep herinneringen op aan onze allereerste schooldag hier.
Na een tijdje kwam hij ons halen voor wat hij devotional class noemde. We volgden hem naar een van de kleuterlokalen en troffen daar alle vijftig hostelkinderen in de krappe bankjes aan. Er was één lampje, dat het lokaaltje sfeervol verlichtte. Wij mochten plaatsnemen op twee stoelen voorin en keken zo recht in al die ernstige gezichtjes. Ze zaten stichelijke liederen te zingen in het Engels en in het Nepalees, door meester Symon (onze favoriete leraar) begeleid op de gitaar. De kinderen zongen met zoveel overgave, ogen gesloten, lijven meewiegend op de melodieën, dat Inge en ik allebei al gauw tranen van ontroering zaten te verbijten. Ik herkende kinderen die ik in de klas had gehad, stoere jongetjes, een verlegen meisje, en stuk voor stuk zaten ze hier hun hart uit hun lijf te zingen. Kippenvel! De principal liet Inge een van de Proverbs uit de Bijbel oplezen en gebruikte die als basis voor een preek in het Nepalees. Woorden als wisdom en understanding vingen we op, en ook een paar keer Holland en Dutch en Miss. Toen hij klaar was kregen we ieder een cadeautje aangereikt, een paar messing oliekannetjes die hier veel gebruikt worden. Tot slot kwamen de kinderen in een lange rij naar voren. Zouden ook wij ze willen zegenen door een hand op hun hoofd te leggen? vroeg meester Symon. Dat was hun gebruik. Vijftig aaien over de bol, aan dat verzoek wilden we best voldoen. Dat ze hier de gewoonte hebben hun hoofden in te wrijven met ranzige haarolie deed er even niet toe.
Het warme gevoel van het mooie gezang werd wat getemperd door alweer een wachtsessie in het kantoortje, nu in het gezelschap van meester Symon en meester Suraj, alias Flapdrol. Ze zijn geen meesters in conversatie, de Nepalezen, en het gesprek stokte met enige regelmaat. Meester Symon vroeg ons nog om lesgeeftips, ik voelde me niet gerechtigd om hem de les te lezen en heb de vraag doorgeschoven naar Inge. Achteraf heb ik spijt dat ik het slaan in de klas en andere hardhandige straffen niet ter sprake heb gebracht.
De principal kwam ons halen voor het avondeten. In het computerlokaaltje was provisorisch een tafel voor ons gedekt, met opengevouwen kranten als tafelkleed. We waren even bang dat we hier alleen zouden zitten, maar gelukkig schoof de principal bij ons aan. Zijn zoontje zat op de tweede rang, een stukje verderop, net als meester Youel, een gladjakker die het vooral Inge af en toe moeilijk heeft gemaakt. Nu at hij zwijgend zijn bordje leeg en reikte ons tussendoor gedienstig eten aan.
Het eten was bereid door de echtgenote van de principal en het was heerlijk: rijst, vlees en kip, gehaktballen, kroepoek, tarkari (groente). Ze kwam even naar ons kijken, muts met schattige pompoms eraan op haar hoofd, en kwam later met twee schaaltjes gundruk aanzetten. Daar was ik wat minder blij mee: gundruk is een traditioneel Nepalees gerecht gemaakt van gefermenteerde spinazie, dat in Mero Niwas wel eens door de tarkari zat. Het lijkt nog het meest op gekookt stro: niet weg te krijgen.
Net als eerder bij Bhupendra bleek eten belangrijker dan conversatie, al deed de principal zijn best ons te vermaken. Eat more meatballs! riep hij steeds. Made especially for foreign people. En toen we aangaven echt niet meer te kunnen: Put some in your pocket! Meteen na het eten werden we vriendelijk weggebonjourd, natafelen is er in Nepal niet bij. We hadden nog net de tijd om mevrouw te complimenteren met haar kookkunst voordat de principal ons naar buiten begeleidde en uitzwaaide. Het was weer een licht bevreemdende maar memorabele avond geweest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten