En toen was er nog maar één...
Het voelt een beetje als in dat rijmpje deze week, iedere dag heb ik wel iemand uitgezwaaid. Een deel van mijn groepsgenoten is naar huis, anderen zijn naar India of Tibet, of reizen nog verder met vrienden. Nadat vanochtend ook Tico en Rosanna vertrokken waren was het appartement akelig leeg. Alleen rond mijn eigen bed lag nog een berg kleren en boeken en souvenirs in plastic zakjes. Het is kaal zo, zeker als er geen stroom is (momenteel gemiddeld tien uur per dag). De schoonmaakster kwam vijf minuten nadat de power cut was ingegaan binnen en had dus niet veel te doen. Stofzuigen zat er niet in. Weken terug, toen ik ziek was, kwam ze ook een keer tijdens een power cut en toen heeft ze me urenlang de oren van mijn hoofd gekletst (No power, no water. But what can you do? This is Nepal.). Ze droop toen van onnozelheid. Het kind is 18, ze zit nog op school en heeft een mobieltje vol modelachtige foto's van zichzelf. Ik wilde dus al maken dat ik wegkwam, maar in de gang hield ze me staande. Vertelde dat ze gaat trouwen aanstaande woensdag. Ik vroeg of ze de bruidegom al kende. Nee, antwoordde ze, die had haar zus voor haar uitgekozen. Voor ik het wist had ze me uitgenodigd voor de trouwerij, ze keek er smekend bij. Ik heb gelogen dat ik dan al naar huis ben, maar achteraf denk ik dat het best een interessante dagvulling had kunnen zijn, zo'n traditionele uithuwelijking.
Vanmiddag verkas ik naar een hotel, de Sacred Valley Inn. Voel er niet zoveel voor om nog een nacht in dat grote, lege appartement te blijven en morgen moeten alle vrijwilligers van onze lichting er sowieso weg zijn want een nieuwe groep staat te trappelen. De meiden die ons gaan opvolgen in Barhabise zijn allebei piepjong. Ben benieuwd hoe zij het er daar vanaf gaan brengen, of ze een beetje tegen Bhimsen zullen zijn opgewassen. Inge en ik hebben vlak voor ons vertrek uit Barhabise nog een verslag van onze ervaringen met hem naar Rene van Stichting Veldwerk gestuurd. Die heeft ons verzekerd dat hij ons verhaal serieus neemt en dat er actie zal worden ondernomen. Ik kan weinig anders doen dan daar maar op vertrouwen, ook al weet ik dat hier in Nepal zelden iets loopt zoals je het het liefste zou zien. Wij hebben in ieder geval gedaan wat we konden en doen er denk ik verstandig aan om de hele kwestie nu los te laten. Dat zal niet meevallen: als ik de foto's van Mero Niwas bekijk, voel ik nu al een lichte heimwee naar de kinderen. Raar dat ik ze waarschijnlijk nooit meer zal zien. Dat ik nooit zal weten of Binda inderdaad kunstenares wordt en Rabi ingenieur, of Suraj naar zijn geaardheid zal kunnen leven, of Rajan als hij groot is een held zal zijn en Sunita gelukkig. Of ze zich mij over een paar jaar nog zullen herinneren? Of mijn aanwezigheid in hun levens iets heeft uitgemaakt? Ik kan het alleen maar heel vurig hopen.
En dan nu, omdat ze zo leuk zijn, nog wat foto's van die keer in mijn laatste week in Barhabise dat we met de kinderen een wandeling maakten naar een rustig stuk in de rivier. Ze wilden dolgraag zwemmen maar de zon liet zich niet zien die dag en het was véél te koud. Toen hebben ze zich maar op andere manieren uitgeleefd.
En ook nog wat foto's van de middag daarna, waarop ik ze een grote pot met kralen gaf. Ze zijn uren zoet geweest met het rijgen van mooie kettingen en armbandjes, de jongens nog fanatieker dan de meiden.
Deze foto's zijn speciaal voor mijn nichtjes Renske en Bregje, die in de maanden voor mijn vertrek middagenlang op straat voor hun ouderlijk huis zelfgemaakte sieraden hebben verkocht voor mijn goede doel in Nepal. Dat vond ik natuurlijk fantastisch! Vlak voor vertrek kreeg ik óók nog de overgebleven kralen, om mee te nemen voor de kinderen van Mero Niwas. Die hebben er ontzettend van genoten, en ook van de mooie boeken die ik van het door jullie ingezamelde geld voor ze heb kunnen kopen. Dank jullie wel, dames!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten