donderdag 29 december 2011

Dagje Sankhu

Donderdag 29 december

Gisterenochtend de bus naar Sankhu genomen om Hamro Gaun te zien en ook het klooster waar Anja werkt. Alleen voelde ik al terwijl ik naar Ratna Park Bus Station liep de vermoeidheid toeslaan; heb nog lang niet de energie terug waarop ik normaalgesproken kan vertrouwen. Maar ik voorzie dat er later geen tijd meer zal zijn voor Sankhu, dus ben ik toch maar op de bus gestapt. Die zat natuurlijk al gauw weer propvol maar het was gelukkig niet heel ver, anderhalf uur rijden. Sankhu is een plaats met veel mooie oude huizen vol houtsnijwerk. Het is er verder net zo vies en verveloos als in Barhabise maar die huizen maken veel goed.

Sankhu.

Je moet het hele dorp door om in Hamro Gaun Eco Village te komen, dat er iets buiten ligt, tussen de rijstterrassen aan de voet van de heuvels. Dit project is het troetelkind van Rene en de trots van Stichting Veldwerk. Hij heeft er vele jaren werk in zitten en is nog altijd een groot deel van zijn tijd kwijt aan het overeind houden van de bestaande faciliteiten en het uit de grond stampen van nieuwe. Ik werd ontvangen door collegavrijwilligster Elly, die lesgeeft op het Day Care Center. We hebben samen haar computerklasje gegeven (op kindercomputers met een educatief programma) aan drie kleine meisjes. Ze moesten optelsommetjes maken maar dat ging ze nog niet al te best af. Deze kinderen zijn voor ze in het DCC terechtkwamen nooit naar school geweest; ze komen uit zeer arme gezinnen en hebben de aansluiting met een normale school totaal gemist. Ze moeten helemaal bij de basis beginnen, ook al zijn ze al acht of negen. Ik heb de negenjarige Nirjala geholpen: ze telde niet op haar vingers maar op haar vingerkootjes. Daar heb je er natuurlijk veel meer van dus dat was wel zo handig.

Elly bij het Day Care Center.

Na de les heeft Elly me kort rondgeleid door de rest van Hamro Gaun: een ecoboerderij in aanbouw (Rene kwam er stoffig uit een gat gekropen, druk aan het werk), een waterfilterinstallatie, een champignonkwekerij, een biologische moestuin met kassen en natuurlijk het weeshuis waar het ooit allemaal mee begonnen is. De gebouwen waren geweldig mooi, zeker voor Nepalese begrippen. Het is alleen jammer dat er van alles kapot gaat en verkeerd loopt zodra Rene er even niet is om alles in goede banen te leiden. De arme man slaapt er momenteel in een donker, vochtig en ijskoud hok met zand op de vloer. Als de boerderij straks af is, neemt hij er zijn intrek op zolder maar dat gaat nog wel even duren. Hij verzuchtte laatst dat het tijd wordt om een opvolger te zoeken. Ik denk niet dat er veel mensen rondlopen die net zoveel tomeloze energie bezitten als hij en net zoveel drive, en die bereid zijn zichzelf weg te cijferen en hun leven aan dit land op te offeren zoals hij dat al twaalf jaar doet.

De ecoboerderij in aanbouw.

Elly moest terug naar haar lessen, ik heb afscheid genomen en ben op weg gegaan naar het klooster waar Anja lesgeeft. Ik kon het vanaf Hamro Gaun zien liggen, een stuk boven Sankhu. De zon scheen heet en het was een steile klim naar boven. Halverwege werd ik vanaf het dak van een huis toegezwaaid door een dikke, harige, halfblote man. Hij zat duidelijk om een praatje verlegen. Where you from? schreeuwde hij al van een afstand. Holland, zei ik. Me from Italy. Ik vroeg wat hij hier deed. Nothink, zei hij, zijn armen verontschuldigend spreidend. Only relax. En dat al vijf jaar.
Op weg naar boven had ik pap in de benen en toen ik bij het klooster aankwam was ik helemaal uitgeput. Anja zwaaide vanaf een balkon, ze was bezig met de les. Vijf jonge monnikjes die continu giechelend over elkaar heen buitelden terwijl ze antwoord gaven op haar vragen. De zon scheen door de ramen op hun rode gewaden. Het zag er gezellig uit.
De volgende les was een privéles aan een van de oudere monniken, Karma Tachin, een Tibetaan. Ik mocht erbij zitten in zijn kamertje en we hebben er een conversatieles van gemaakt. Hij zette ons Tibetaanse thee voor en een zak smakelijke deegslierten. Daarna liet hij foto's zien, van zijn dorp in Tibet, van yaks en van het Potalapaleis in Lhasa. De laatste keer dat hij er geweest was, vorig jaar, had hij een visum voor twee weken gekregen. Een visum om op bezoek te mogen in zijn eigen geboorteland. Als ik er binnenkort naartoe ging, kon ik dan nog een foto voor hem maken van het Potalapaleis?

Anja met een klasje monnikjes.

Karma Tachin met Anja.

Na de thee met de andere monniken heeft Anja nog de kortgeknipte hoofden van alle jongetjes behandeld met een blauw goedje dat zou moeten helpen tegen de hardnekkige hoofdschimmel waar ze allemaal mee rondlopen. Toen ze klaar was zagen ze eruit of ze met hun hoofden in een inktpot waren gedoopt.

De antischimmelbehandeling.

We zijn in de avondschemering teruggelopen naar het dorp, waar het vrijwilligersappartement staat. Boodschappen gedaan, voor het eerst in ruim twee maanden zelf gekookt (pompoensoep), nog even bij kaarslicht een stukje getypt en daarna naar bed. Er was plek zat in het appartement, Anja zit er momenteel alleen. Had voorafgaand aan dit bezoek het idee dat ik hier wel een keer terug zou willen komen voor nog eens drie maanden, om les te geven in het klooster van Anja. Nu ik het gezien heb weet ik dat niet meer zo zeker. Betwijfel of ik het er lang zou uithouden, het is wel erg eenzaam.
Vanochtend ging Anja al voor dag en dauw op weg naar haar klooster voor weer een lange dag lesgeven. Ik heb de bus terug naar Kathmandu genomen. Nog één rustig dagje daar en dan morgen eindelijk weer naar Barhabise. Ik heb er zin in. Ben nog ruim drie weken in dit land en toch bekruipt me telkens het gevoel dat het er al bijna op zit. Het afscheid nemen is begonnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten