Eerst het goede nieuws: sinds vrijdagmiddag ben ik koortsvrij!
Het slechte nieuws is gelukkig allemaal oud nieuws. ik heb het hele verhaal toch maar opgeschreven; sla het gerust over als je geen zin hebt in het hele tyfusgedoe.
Woensdag, anderhalve week geleden, begon het met hoofdpijn. Vooral bovenop m'n schedel: 'haarpijn' noemden Inge en ik het. En een stijve nek. Die avond wilde ik vroeg naar bed. Hoefde alleen nog even mijn kleren uit te doen en mijn pyama aan. En mijn tanden poetsen. Dat duurde maar een paar minuten maar ik kreeg het in recordtempo zo steenkoud dat ik alleen nog maar kon rillen en klappertanden. In bed duurde het nog tijden voor ik warm werd. Het liedje dat ik de vorige dag met mijn wispelturige klas 8 had willen instuderen, drensde onafgebroken door mijn kop. Dát was een fiasco geweest dat ik graag wilde vergeten. Ze hadden weken om 'a song' gejengeld maar toen het zover was weigerde ook maar iemand een noot te zingen.
Ergens in de nacht werd ik toch wat warmer, maar ik sliep niet veel. Inge voelde zich ook beroerd en rende telkens naar de wc. Hoe koud ik het eerst ook gehad had, tegen de ochtend werd ik wakker met het gevoel dat ik in mijn lakenzak zat vastgeplakt. Alles was doorweekt met zweet, zelfs m'n slaapzak. Ik kon weinig anders doen dan klam wachten op de ochtend. Toen het tijd was om op te staan voelde ik me wel weer redelijk, maar met Inge ging het minder: die besloot een dagje thuis te blijven. Ik heb me met tegenzin naar school gesleept en mijn klassen alleen maar dingen laten doen waar ze zelf om vroegen. Even geen gedoe. Inge kwam me in de lunchpauze gezelschap houden, zij was weer een beetje opgeknapt en heeft daarna nog lesgegeven in haar troetelklasje.
Na school was ik kapot. Had het bloedheet. Kwam na een tijdje hangen op het idee om toch maar eens mijn temperatuur op te meten: 38.9. Oeps. In Chitwan, waar malaria is, was ik door een mug gestoken; de enorme muggenbult was nog maar net helemaal weggetrokken. Als het maar geen malaria is, hypochonderde ik meteen. Er was in ieder geval iets aan de hand, dus ben ik met Inge eind van de middag naar de lokale health post gelopen. Deze wordt grotendeels in stand gehouden door de Nederlandse Stichting Vajra. Na alle verhalen van Lisa en haar health posts in Dhading was ik benieuwd hoe het er hier aan toe zou gaan. Op het eerste gezicht zag het er redelijk uit, al was het binnen erg donker en een beetje naargeestig. In een van de kamertjes (de deur stond open) zagen we een man op een ijzeren bedje liggen. Hij kermde van de pijn.
Tot onze verrassing was de arts een vrouw, een kleine Nepalese met een hippe strakke broek aan en een gebreide muts op. Ze deed haar werk goed, voor zover ik kon nagaan. Terwijl ze me in de spreekkamer onderzocht stonden verschillende Nepalezen belangstellend mee te kijken. Een malariatest hadden ze hier niet, maar er konden wel andere dingen gecheckt worden. Daarvoor moest er bloed geprikt worden en ik moest een potje met urine vullen. Voor de wc werd ik eerst naar ergens achter het gebouw verwezen, maar al gauw weer teruggewenkt. Misschien was die voor de Nepalezen te smerig en hadden ze voor mij een schone? Dat viel tegen, het bleek alsnog een ranzig geval, bij een groezelig hok met spijlenbedjes dat misschien wel de kinderafdeling was. Gelukkig lagen er geen zieke kindjes. Een verpleegkundige nam daarna bloed af in het lab. Dat deed ze prima maar de wastafel en de rest van het interieur konden wel een stevige schrobbeurt gebruiken, het vuil zat er van maanden of misschien wel jaren aangekoekt. Ik vraag me af of de dokter ook iets over hygiëne geleerd heeft tijdens haar opleiding. Ze vertelde overigens trots dat ze de eerste vrouwelijke arts van het hele district Sindhupalchowk was.
De testuitslagen zouden na drie kwartier klaar zijn. We konden buiten wachten. Gelukkig stonden er twee plastic stoelen. Het was koud maar door de koorts had ik het lekker warm. Inge beweerde dat alleen het puntje van haar neus koud was. Ja ja. Aan entertainment was er geen gebrek: Terwijl we daar zaten werd de doodzieke man van eerder naar buiten gereden en in een ouwe rammelbak waar 'ambulance' op stond afgevoerd. We zien regelmatig mensen door vier sterke schooljongens naar de health post gedragen worden op een brancard (lees: lap tussen twee stokken), soms luidkeels kreunend van de pijn. Even later bracht een groepje militaire politie een geboeide man binnen. Hij had een blauw oog. Een groepje kleine kinderen in pyama's kwam telkens achter een muurtje uit piepen om dingen naar ons te roepen en dan gierend van de lach weg te rennen. Ondertussen werd het langzaam donker. De uitslagen kwamen stipt op tijd. Het meeste was goed, er was een bloedwaarde licht verhoogd die eventueel op tyfus kon duiden. Malaria bleef onduidelijk. Afwachten, besloot de dokter, en in de tussentijd wat paracetamol en een gemeen uitziend blauw gorgeldrankje voor mijn keel (niet dat ik keelpijn had). Of ik zaterdag maar wilde terugkomen. Voor de labtests moest ik omgerekend 2 euro 25 afrekenen, het consult was kennelijk gratis.
We hadden terwijl we zaten te wachten Bhimsen een sms gestuurd dat we in de health post zaten en vermoedelijk wel voor het eten thuis zouden zijn. Hij reageerde niet. Toen we al lang en breed weer met de kinderen in de studeerkamer zaten, verscheen hij in de deuropening, zag ons en zei: ik zie net jullie sms, waar waren jullie? Dat heb ik je toch gesms't, zei ik. Bij de health post. O, zei hij, draaide zich om en liep weg. De rest van de avond hebben we hem niet meer gesproken. Ik weet niet waarom ik toch steeds weer hoop dat hij een keer als een normaal mens zal reageren.
We hebben Bharat gebeld om te zeggen dat ik ziek was en erover dacht om naar de CIWEC-kliniek in Kathmandu te gaan. Ik had geen trek in de bus, kon hij een auto voor ons regelen? Dat kon, we moesten hem in de ochtend maar bellen.
De nacht die volgde was zomogelijk nog langer dan de vorige. Nu ontplofte ik een paar uur lang zowat van de hitte om daarna weer in mijn klamme zweet te vernikkelen. Lag een beetje te panieken dat ik misschien wel echt malaria had. Mijn natte slaapzak heb ik van me af gesmeten, Inge is mijn Nepalese dekbed gaan halen dat al een tijdje in de andere kamer lag. Het stonk verschrikkelijk naar schimmel maar het was in ieder geval droog. Van slapen kwam niets. 's Ochtends vroeg had ik het helemaal gehad. Wilde naar Kathmandu, al was het alleen maar om gerustgesteld te worden.
De kinderen keken beteuterd toen we vertelden dat we naar de stad gingen omdat ik ziek was. Bhimsen zei helemaal niets. Bharat heeft een auto gestuurd, die ons bij de brug in het dorp kwam oppikken. Het was een ouderwetse donkergrijze Toyota, een echte pooierbak met vlammen op de voorruit, en de chauffeur zag eruit als een jonge Nepalese Hells Angel: kale kop, grote zonnebril, dikke ring door zijn oor en een enorme duimring in de vorm van een kronkelende draak. Ik complimenteerde hem met zijn mooie auto en hij knikte dankbaar. Ik weet niet of het was om zijn bolide te beschermen dat hij heel voorzichtig door alle kuilen reed, of omdat hij ook wel zag dat ik me niet al te best voelde. Ik lag als een zoutzak op de achterbank en kreeg bij iedere hobbel een pijnscheut door mijn kop. We waren binnen drie uur in de stad, het leek veel langer. Daar zaten we nog een hele tijd vast in het verkeer, zagen op de andere weghelft een jongen op de fiets omver gereden worden door een bus. Hij vloog door de lucht maar krabbelde gelukkig weer overeind.
We werden voor de deur van CIWEC gedropt. Toen de chauffeur zijn bril afzette, zag ik dat hij helemaal niet zo jong meer was.
CIWEC Travel Health Center is een op westerse leest geschoeide privékliniek die goed staat aangeschreven. Zodra je er binnenkomt ga je Nepal uit. Het is er schoon, alles is heel, de elektra geeft maar een heel klein bliepje als in de hele stad de stroom uitvalt en je kunt er de hele dag door gegarandeerd schoon water drinken uit zo'n blauwe kantoortank. O ja, en de receptioniste heet Edna en komt uit Nederland.
Al heel wat van mijn groepsgenoten hebben de CIWEC-kliniek bezocht en zijn er met een fijne antibioticakuur weer vertrokken; Bharat heeft er zijn handen vol aan gehad, de infecties vlogen je om de oren. Ik was een van de laatsten die nog niet ziek was geweest, maar nu leek het er toch op dat ook ik tot de CIWEC-club ging toetreden. Ik werd gezien door doctor Will, een lange Brit die mijn voornaam maar schizofreen vond, was het iets Spaans of zo? Maar daarna deed hij wel zijn uiterste best om hem correct op alle roze, gele en witte papiertjes te schrijven die nodig waren voor allerlei onderzoeken. Ik werd binnenstebuiten gekeerd en uren wachten later konden malaria en dengue en nog een aantal andere nare dingen worden uitgesloten. Maar ik hád koorts, dus een infectie. Doctor Will dacht wel nog aan tyfus. Pardon? Tyfus? Daar was ik toch tegen gevaccineerd? Ach, die vaccinatie, dat is eigenlijk een lachtertje, zei hij. Die werkt maar in twintig procent van de gevallen. Ik moest zondag maar terugkomen; als de koorts dan nog niet geweken was, zouden we verder kijken. Bij vertrek moest ik 320 dollar afrekenen.
Tyfus, ik geloofde er niks van. Dat klinkt toch een beetje als tering of pestpokken, iets wat je iemand rustig kunt wensen omdat ie het toch niet krijgt. Zondag zat ik weer bij doctor Will. Had twee beroerde nachten gehad die zich inmiddels in een vast patroon leken te ontvouwen: eerst koorts, zodat ik niet wist waar ik het had van de hitte, halverwege de nacht omslaand in koud zweet en een soort onderkoeling die zo mogelijk nog erger was. Ik was doodmoe, had sinds woensdagnacht geen oog dichtgedaan. En zondagochtend had ik vage rode vlekjes ontdekt op mijn armen, bovenbenen en buik.
Die vlekjes sterkten doctor Will in de overtuiging dat ik tyfus had. Mocht hij er een foto van maken? Meestal verdwijnen ze namelijk weer voordat een patiënt bij de arts komt. Ik dien natuurlijk graag de wetenschap, dus het mocht. Ik kreeg nog een hele reeks onderzoeken, er werden weer liters bloed afgetapt. De bloedkweek zou pas over vijf dagen misschien resultaat opleveren, misschien ook niet. Het eindoordeel bleef 'probable typhoid'. Ik kreeg ter plekke een infuus met antibiotica, en pillen voor mee naar huis. Morgen terugkomen. En weer was ik 325 dollar lichter.
[wordt vervolgd...]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten