woensdag 14 december 2011

De een z'n dood is de ander z'n vrije dag (en: een nieuwe bril, grande finale)

Een paar dagen voor we naar Chitwan vertrokken hebben Inge en ik ons allebei een nieuwe kurta laten aanmeten, deze keer met stoffen die iets minder gewoontjes waren dan de vorige. Je kunt kant en klare pakketten kopen met geborduurde stof voor een surawal (broek) en een kurta (bovenstuk) en met een bijpassende sjaal. Ik ging deze keer voor bruin en blauw met gouden sterren, Inge koos voor een rode kurta, ze is immers al vier jaar samen met Bart dus zo goed als getrouwd. Mahalaxmi en Binda zijn weer mee geweest om ons te adviseren en deden dat heel gewetensvol. Rood voor Inge kon best. Vorige keer was het nog ondenkbaar maar hun moraal is kennelijk door onze bandeloze invloed ook al wat gekelderd.

Eerst een mooi stofje uitzoeken.

Terug uit Chitwan dachten we onze pakjes te kunnen gaan ophalen, ze zouden immers al de dag na ons vertrek klaar zijn. Maar nee, geheel volgens Nepalees gebruik was de leveringstijd vertraagd met dik anderhalve week. Kon dinsdag maar terug. Het was slikken of stikken, de naaister en haar bazin keken ons aan met uitgestrekend gezichten. Als die naaister nou eenmaal een paar dagen naar Kathmandu moet, kan er niet aan kurta's gewerkt worden. Helaas pindakaas. Op excuses hoefden we niet te rekenen. Dat werd weer vijf dagen wachten.
Gisterenavond waren ze dan eindelijk echt klaar. We zijn ze met een heel gevolg van kinderen gaan ophalen. Inge heeft daarna om het plaatje te vervolmaken ook nog even wat traditionele glazen armbandjes gekocht. De kinderen kozen uiteraard die met het meeste klatergoud.

Vanochtend trokken we de kurta's natuurlijk aan naar school. Met wat extra laagjes eronder tegen de kou. De kinderen waren weer heel enthousiast, we troffen ze voor het ontbijt aan rond een klein vuurtje met hun handen er zowat in. Bhimsen vond onze outfits maar belachelijk, vooral dat Inge rood gekozen had, voor getrouwde vrouwen. Hij keurde ons amper een blik waardig.


Het ontbijtfikkie.

Toen we op school kwamen hoorden we van Sita dat er een vrije dag was ingelast omdat de moeder van de principal is overleden. Zielig natuurlijk, de arme man had de laatste tijd al het een en ander aan zijn hoofd, maar om hier nou de hele school voor dicht te gooien? Volgens mij wist trouwens zo'n beetje iedereen het al, behalve wij. Even later kwam een van de oudere leraren het ons toch nog even vertellen en bij het ochtendappel werd het nieuws officieel aan de kinderen meegedeeld. Een minuut stilte volgde en daarna kon iedereen naar huis.
Tja, daar sta je dan, met zomaar opeens een lege dag voor je. Inge en ik zijn eerst maar eens lekker op het dak van ons huis in de zon gaan zitten met een kopje thee en een reep chocola en hebben hard gewerkt aan de handover die we voor de volgende Cross Borders-vrijwilligers moeten schrijven. O ja, en we hebben natuurlijk weer wat staatsieportretten in onze nieuwe kurta's gemaakt. De kinderen van Mero Niwas stonden van een paar daken verderop al naar ons te joelen wat we aan het doen waren en wanneer we kwamen.

De nieuwe outfit.

Toen we zin kregen in tiffin zijn we hun kant op gegaan. Ze waren met zijn allen op het dak; het plaatsje achter is sinds vanochtend bedolven onder grote keien. Er wordt daar een trap gebouwd want het hele kinderhuis gaat een verdieping omhoog verhuizen. Daar horen we tenminste al een tijdje geruchten over van de kinderen, Bhimsen vindt het niet nodig ons in te lichten dus het blijft een beetje gissen wat het wordt. Maar er wordt nu echt gewerkt dus het zal wel waar zijn. De kinderen beweren ook dat de vrijwilligers (wij dus) dan ook een kamer in het kinderhuis krijgen in plaats van bij Bhupendra in huis. Als dát waar is zijn wij daar niet onverdeeld gelukkig mee; het is juist prettig om halverwege de avond echt naar ons eigen stekkie te kunnen waar niet ieder moment om onze aandacht gebedeld wordt en waar we even uit de invloedssfeer van Bhimsen zijn. Maar misschien zal het onze tijd wel duren, we blijven hier tenslotte nog maar een paar weken.

Lekker graven in het bouwzand.

De nieuwe trap is een soort legpuzzel.

We hadden net onze tiffin naar binnen gewerkt (flauwe rijst met een waterig sausje) toen we op de trap Bhimsen tegenkwamen, gevolgd door Rajesh. Die hield iets in zijn hand, heel voorzichtig alsof het erg breekbaar was. Toen we hem passeerden stak hij het omhoog om het aan ons te laten zien. Het was verdorie een bril! We lachten er achter Bhimsens rug triomfantelijk om. Ik had in mijn stoutste dromen niet verwacht dat het opeens zo snel voor elkaar zou zijn! We worden overigens de laatste dagen weer straal genegeerd door Bhimsen sir. Of belachelijk gemaakt tegenover bezoek. Waarschijnlijk als straf voor onze bemoeizucht. Het zal me worst wezen, we hebben het mooi voor elkaar gekregen!

De kinderen wilden heel graag naar het veld om te voetballen en wij wilden best mee, maar eerst moesten ze nog even op het veldje achter het huis het gras afsnijden. Wij mochten het ook proberen; best fijn, even een beetje klooien met zo'n sikkel. Weer eens wat anders dan voor de klas staan.


Wij deden het niet onaardig maar de meiden waren tien keer sneller. De jongens hingen verderop in de bomen en voerden niks uit. De Nepalese rolverdeling zit er al goed in.

Suraj en Ishor in hun gauw even in elkaar geflanste hut. Er is als gevolg van de bouw helaas wel een struik overleden.

Of wacht, ze deden wel iets: onze camera's lenen en foto's van elkaar maken met Rajesh' nieuwe bril op.

Bij het partijtje voetbal fungeerde ik als keeper maar Bhimsen kwam iedere keer zeggen dat hij wel even zou aftrappen. Fijn, zoveel vertrouwen. Ik hield anders wel een heleboel ballen tegen. En bovendien was het maar een spelletje, toch? Na de zoveelste keer was ik er wel klaar mee. Ik ben aan de kant gaan zitten: laat hij het verder zelf maar opknappen. De tegenpartij won gelukkig met 6-4. ;)

Daarstraks, in de groene kamer, zaten de meiden zich te vergapen aan Rajesh' nieuwe look. Bij het avondeten had ik al een thumbs up gekregen van auntie Mahadevi en ook auntie Chameli heeft Rajesh aan zijn mouw naar zich toe getrokken en eens extra goed bekeken, met een brede glimlach. En nu zag ik Sita haast in aanbidding naar hem staren. Het staat hem ook goed, die bril. Zelf zat hij vooral naar zijn handen te kijken, die hij een eindje van zich af hield om ze dan uitgebreid te bestuderen. Er moet opeens een wereld voor hem opengaan, van bomen met blaadjes, bergen met huisjes ertegen en roofvogels en kraaien die elkaar door het dal achterna zitten. Ben benieuwd hoe het morgen op school voor hem is, eindelijk het bord kunnen lezen. Ik weet nog precies hoe dat voelde toen ik mijn eerste bril kreeg, en ik had toen nog maar een fractie van de brillesterkte die hij nu heeft. En wie weet hoe lang hij al zo heeft rondgelopen, met zijn 'no vision'. Apetrots ben ik, dat het eindelijk gelukt is.

En daar istie dan, Rajesh met bril.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten