donderdag 24 november 2011

Buitenaardsen

22 november 2011

Gisterenavond waren eindelijk onze kurtas klaar. Nadat we ze hadden gepast in het achterkamertje van het kleermakerswinkeltje (als gegoten), hebben Mahalaxmi en Kritan ons nog geholpen de bijpassende sjaal uit te zoeken. Die hoort in precies dezelfde kleur te zijn als de kurta zelf, maar wij voelden ons tegendraads en hebben allebei een contrasterende kleur gekozen. De kinderen vonden het niet helemaal oké maar voor ons, gekke buitenlanders, knepen ze een oogje toe.
De wijde broek is een heerlijk kledingstuk; eindelijk kan ik zonder enige belemmering in de kleermakerszit zakken als we gaan mediteren voor het eten. Het bovenstuk zit ook lekker maar is minder praktisch als ik naar onze hurkplee ga. Eerst moet alles wat omlaag hangt in veiligheid worden gebracht. Dat brengt een hoop gesjor met zich mee, net als de sjaal, die je achterstevoren hoort te dragen (de slippen hangen op je rug) en die telkens van mijn schouders zakt. Wel weer handig zijn de kleine lusjes die je bh-bandjes op hun plek houden, uit het zicht.

Ik zag er een beetje tegenop de eerste keer in vol ornaat in het openbaar te verschijnen. Het gaf toch een beetje een carnavalsgevoel. Maar de reacties van de kinderen toen ik in mijn nieuwe outfit bij Mero Niwas verscheen stemden hoopvol. 'Ooo miss! You look sooo beautiful,' riepen de meiden verzaligd en ook de jongens waren scheutig met complimenten. De aunties lachten breed en plukten goedkeurend aan ons. Dus durfden we het wel aan om vandaag in onze nieuwe gewaden naar school te gaan. Al in het straatje vlakbij huis was het effect merkbaar: waren we de laatste tijd al niet meer zo interessant voor de mensen daar, nu bleef iedereen weer staan om eens goed naar ons te kijken. Vrouwen groetten ons spontaan, mannen staarden ons na. De kinderen in de klas begonnen eerst te giechelen en zeiden daarna hoe mooi we waren. Zelfs een van de juffen hield me staande om haar bewondering uit te spreken.

Opeens tellen we een klein beetje meer mee; we zijn nog steeds vreemd, maar dit kan duidelijk de goedkeuring wegdragen van de meeste Barhabisers. Al denkt dat ene peutertje in ons straatje er nog steeds het zijne van. Zodra het ons ziet barst het in verbijsterd huilen uit. Het zijn onze lichte ogen en lichte haren, legde de moeder met handgebaren uit. Hoezeer we ook ons best doen om te integreren, dit kind weet wel beter. Wij zijn en blijven buitenaardsen.

2 opmerkingen:

  1. Hi,

    Ik zal me even voorstellen. Ik ben Donna Tromp uit Heiloo. Ik had je gevonden via google, super leuk om al je verhalen te lezen. Dit aangezien ik 6 januari naar Nepal vertrek om (waarschijnlijk , krijgen we 17 december te horen) jullie werk in barhabise over te nemen (dit was mijn keus iig). Daarom vind ik het echt super leuk om al jou verhalen te lezen. En wat een land zeg.

    Ben benieuwd naar je volgende verhalen.

    Groetjes,
    Donna

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Je lijkt zo wel een beetje op superman!
    Gaat goed he, je bent een superwoman.
    liefs, Annet

    BeantwoordenVerwijderen