11 november 2011
De eerste weken hier niet echt lekker geslapen: het is erg vochtig in onze kamer en de schimmel groeide waar we bij stonden. Ik had regelmatig hoofdpijn en een verstopte neus. Gelukkig is Bharat donderdag langs geweest, die heeft wat aanpassingen gedaan aan onze kamer waardoor het klimaat er een stuk verbeterd is. Vloerbedekking in plaats van het flinterdunne zeil dat Bhimsen ons had toebedacht en matjes van isolatieschuim tegen de muren om het vocht buiten te houden. Het is provisorisch maar het werkt. We slapen beter en staan niet meer met hoofdpijn op. In opdracht van Bharat is Bhimsen nu ook eindelijk begonnen de rest van onze inboedel te vergaren. Hij kwam gisteren aanzetten met een extra staande kapstok voor onze kleren (in plaats van de legkast waarop we hoopten), een thermoskan en twee extra onderlakens voor als de andere in de was zijn. De extra dekbedhoezen en slopen was hij vergeten. Als morgen ook nog het lang beloofde keukenblok komt, met de mogelijkheid om een kopje thee te zetten, zijn we helemaal gelukkig.
Mijn bed, voor de makeover.
En na de makeover.
Afgezien van de schimmel zag ik 's nachts in bed soms huizenhoog op tegen weer een dag lesgeven. Het is nogal slopend, die eerste ervaringen op school. Het gaat meestal best goed, maar één klas zoog elke dag weer alle energie uit me. De derde klas in het hoofdgebouw, zo'n dertig kinderen van 10-12 jaar oud met wie geen land te bezeilen valt. Van zeker de helft vroeg ik me iedere les weer af of ze een woord verstonden van wat ik zei. Een handvol snapte me en leek best bereid mee te doen. De rest zat maar wat te rommelen en te kletsen. Ze bonkten elkaar keihard op de rug, duwden gezamenlijk hun bankjes omver of pakten elkaars spullen af. Eén meisje op de voorste rij zat echt íedere les in haar tas te rommelen of op de muur te krassen. Een jongetje had eergisteren zijn ijzeren liniaal finaal door zijn bank heen gemept met zijn boek. Een paar zitten apathisch achterin, hebben geen boek en kijken je glazig aan als je vraagt waarom niet. Ik was al heel gelukkig als ik ze allemaal zo'n beetje stil kreeg. Met een spannend verhaal - waar ze niks van snapten behalve de plaatjes - of met een spelletje. Of door de grootste etterbakjes ver uit elkaar te zetten. Of buiten. Ik bleef kalm, maar leuk was het niet. Als ik uit die les kwam, was ik kapot. En dus lag ik me elke nacht, als ik toch al niet kon slapen door de muffe lucht in onze kamer, af te vragen hoe ik ze morgen weer in bedwang zou houden.
De schatjes van klas 3.
Inge in actie in klas 4.
Na weer een doorwaakte nacht waarin ik lag te wanhopen over hoe ik de komende twee maanden zou doorkomen, heb ik besloten klas drie terug te geven aan de echte leraar. Laat die er maar wat van bakken, ik ben hier wel voor de lol en niet om een burnout op te lopen. Mijn andere klassen gaan goed, daar red ik me wel. De zevende, het eerste uur, bestaat grotendeels uit brave, leergierige meiden van een jaar of veertien. Die krijg ik wel mee. Pramila en Sunita zitten in die klas en dat helpt ook. De paar jongens die erbij zijn, houden zich aardig gedeisd bij al dat vrouwelijk machtsvertoon en de clown van de klas (er is er altijd een) is druk maar niet onaardig.
Klas 8 bestaat dan weer grotendeels uit jongens, aardige puberjongens. Onder hen de twee oudste jongens uit Mero Niwa: Rajesh en Govinda. De klas moest de eerste les wel even aan me wennen; ik heb ze overgenomen van Inge, die in ruil daarvoor de wat mij betreft hopeloze klas 2 overnam. Ze proberen me uit maar ik kan het hebben; het valt me mee hoe kalm ik blijf in de lessen. En ik kan hard met ze werken, ze zijn best bereidwillig. Het is leuk als je ze meekrijgt in je enthousiasme en dat lukt tot mijn verrassing best vaak.
Om half 1 is er tiffin, ofwel lunchpauze, tot 1 uur. De principal heeft onze de eerste schooldag meegenomen naar een guesthouse verderop en daar eten voor ons besteld. We kunnen daar elke dag terecht. Hij betaalt. Alleen jammer dat het vieze mannetje dat de maaltijd bereidt bij onze aankomst steevast uit zijn slaap gewekt moet worden; hij ligt dan gestrekt over twee stoelen in het eetzaaltje. Nu het weer wat is opgeknapt zitten we buiten. Dat is frisser: binnen zit alles duimendik onder het stof. En er valt buiten veel meer te zien. Stoere jongens die op hun brommers voorbij scheuren, drie schlemielige mannetjes die hand in hand langslopen, de smerige dorpsgek die iedereen vrolijk groet, de afgeladen bussen die uitlaatgassen uitbrakend optrekken. Helaas duurt het telkens een half uur voor ons eten er is, chow mein of noedelsoep, zodat we elke middag te laat op school zijn voor onze twee laatste klassen. We roepen bij het weggaan vrolijk: see you tomorrow! in de hoop het proces voor de volgende dag te versnellen maar tot nu toe heeft het geen kwartje doen vallen.
Aan de chow mein.
Na de tiffin heb ik klas drie op de primary school, een smerig, onooglijk donker gebouwtje met grotten van lokalen. Echt verschrikkelijk, maar de kinderen van mijn klas zijn allerliefst. Een paar kletsmajoors achterin zet ik soms uit elkaar, of buiten als het te erg wordt, en dat is genoeg. Vooral Ishor, Rajan en Sushil van Mero Niwas doen uitstekend mee. De rest is makkelijk stil te krijgen en hoe meer ze aan me wennen, hoe meer ze durven mee te doen met de dingen die ik van ze vraag.
Het lastigste is dat ze totaal niet gewend zijn zelf het initiatief te nemen, voor zichzelf te denken, vrij te werken of een eigen mening te formuleren. Vraag naar de betekenis van een woord en ze beginnen verwoed in hun boek te bladeren. Sommigen weten het en dreunen letterlijk de daar gegeven definitie op, ook als het een totaal andere betekenis van het woord betreft. Als je ze vraagt een tekening te maken naar aanleiding van een verhaaltje dat je net behandeld hebt, zitten ze een hele tijd zoekend om zich heen te kijken. Hun naam bovenaan het papiertje schrijven lukt nog net. Ze hebben geen idee wat ze daarna moeten doen. Als je ze een voorbeeld geeft, doen ze dat precies na, en controleren angstvallig bij hun buren hoe die het doen. Dat is waar ze ontzettend goed in zijn, kopiëren. Dat is dus een van de uitdagingen hier: proberen ze wat meer zelfvertrouwen te geven, om het anders te durven doen dan de rest. Laten zien dat fouten maken niet erg is, dat je ervan leert. Lastig, in een cultuur die fouten maken juist niet tolereert en hardhandig afstraft.
Er was deze week nogal wat onalledaags drama op school. Een paar dagen terug is een jongetje uit klas twee ontvoerd. De familie stond op het punt losgeld te betalen, toen de politie de daders vond en in de kraag greep. Gisteren was het jongetje voor het eerst weer op school en op het ochtendappel werd hij door alle leraren begroet met katas en kreeg hij luid applaus. Vandaag is een klein meisje uit de nursery vermist geraakt. Het nog niet officieel bevestigde gerucht gaat, dat ze gevonden is in de Bhote khosi, Bij de dam een kilometer of tien verderop, verdronken. De school grenst direct aan de rivier en bij de wc's kun je het schoolterrein af naar de oever. Daar is ze waarschijnlijk te water geraakt. Onze kinderen waren even geschokt toen ze het hoorden, maar minuten later alweer aan het spelen en lachen.
Vandaag was ook de bekendmaking van de studieresultaten van het afgelopen semester. Dat gaat en plein publique, midden op het schoolplein. De kinderen staan in rijen opgesteld zoals bij het ochtendappel en worden een voor een omgeroepen. Van de beste van de klas als eerste, helemaal tot aan de allerslechtste van de klas als laatste, moet iedereen langs de rest van de kinderen. Voor de zwaksten is dat best een vernedering. Er wordt gerekend in procenten; een flink aantal van de kinderen uit Mero Niwas had topscores. Rabilalal, Mahalaksmi, Shondiki en Sushil waren de eersten van hun klas, Pramila was tweede, en de anderen hoorden ook bij de toptien van hun klas. Alleen Ishor scoort slecht. Ik had met hem te doen toen iedereen vanavond trots met zijn rapport bij Bhimsen kwam. Zijn gezicht sprak boekdelen en hij was de laatste die zijn blauwe brief inleverde. Hij was de 32e van zijn klas.
Mijn derde klas in de primary school. Allemaal schatjes!
Na school zouden Inge en ik een kurta - de traditionele vrouwendracht - gaan bestellen. Auntie Mahadevi zou mee om ons te assisteren en ook een paar van de kinderen. Met Rabi, Laxmi en Sita togen we het dorp in. We trekken nog steeds bekijks daar, maar het helpt als we met onze Nepalese vrienden zijn. Auntie die steeds mijn hand pakte en de kinderen die aan je arm hangen. Eerst moest er stof worden gekocht. Er was niet veel keus in katoen, het meeste was wild gebloemd en ook al het rood viel af - daarvoor moet je getrouwd zijn. De kinderen adviseerden ons gretig en trokken van alles uit de kasten. Mijn keus viel op iets blauwgroens met een bloemetje en bijpassend effen blauwgroen voor de broek. Hierna kwam het opmeten, bij een ander winkeltje. Het vrouwtje dat de centimeter hanteerde was een dwerg en we voelden ons reuzinnen. Ze mat werkelijk iedere lengte op, het kan haast niet anders dan passen straks. De kinderen maakten een hele fotoreportage van het gebeuren. Sinds we ze af en toe onze camera's geven, willen ze niks anders meer dan foto's maken. Ik ben heel benieuwd naar mijn kurta maar we moeten nog even geduld hebben, pas over een kleine week zijn ze klaar. Kosten: 550 roepie voor de stof en 160 roepie voor het maken. Een compleet nieuwe outfit, op maat gemaakt, voor in totaal 7 euro!
ALLES wordt opgemeten.
Iedereen geeft advies.
Weer thuis zat iedereen te popelen om naar 'het veld' te gaan, een van de weinige plekken buiten het huis en school waar de kinderen naartoe kunnen. Er moet altijd een volwassene mee dus ze gaan niet vaak, maar ik had het ze beloofd, dus hupsakee. Het veld is een van de vele pas gemaaide rijstvelden, waar ze kunnen rennen en voetballen en gewoon een beetje rondhangen. Het was best idyllisch, zo in de avondschemering. Een groepje vrouwen was nog bezig rijst te oogsten met hun scherpe ronde messen. Inge en ik mochten het ook een keer proberen. De vrouwen waren ontzettend smerig en roken naar drank; later stonden ze allerlei lelijke dingen naar ons te roepen.
Pas toen het bijna donker was zijn we terug naar huis gelopen. De jongens raapten onderweg vuursteen op en probeerden vonken te slaan. Kleine Kritan was als altijd de fanatiekste. Weer thuis huis hebben ze het nog een hele tijd geprobeerd, nu met stro erbij. Het lukte niet. Gelukkig maar.
Pfff... zwaar hoor, uren op je hurken zitten.
Lekker voetballen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten